Barbecueën is de favoriete zomeractiviteit van menig voedselliefhebber. Maar de meesten barbecueën, als we eerlijk mogen zijn, niet bijzonder goed. Zeker, dat goedkope supermarktvlees is zeker eetbaar… Maar waarom barbecueën we ook alweer? Inderdaad: voor die speciale smaak. Barbecueën maakt je vlees net dat ene stukje beter, en laten we eerlijk zijn: als je gaat barbecueën doe je dat dan toch met het beste vlees dat je kan krijgen? Dat levert namelijk een unieke smaakbeleving als nooit tevoren op. Dus laat je hamburger met meer vulmiddel dan vlees links liggen en ga voor iets echt goeds: picanha bijvoorbeeld.
-
Picanha: hét stuk vlees voor op de barbecue
De picanha is het in Brazilië meest geliefde stuk vlees, en dat is niet zonder reden. De picanha is namelijk lekker mals en bovendien ook nog eens rijk van smaak. De picanha bereikt dit op twee manieren. Allereerst is de picanha van net boven de staart van de koe afkomstig. Dit deel van de koe bevat flink wat spierweefsel, maar is tegelijkertijd ook niet veel in beweging. Hierdoor wordt het niet taai en blijft het lekker mals. Ook is de picanha omringd door vet, dat vaak in aderen door de picanha heen loopt. Dit zorgt ervoor dat de picanha net dat ene beetje extra smaak heeft, en zo bijna perfect wordt.
-
Ossenhaas: de klassieker
Waar de picanha misschien nieuwe voor je was heb je vast wel eens van de ossenhaas gehoord. De ossenhaas, die omdat het nog zelden van een gecastreerd stier afkomstig is steeds vaker runderhaas wordt genoemd, is afkomstig uit de buikholte van het rund. Van de ossenhaas worden drie delen gegeten: de kop, wat het meeste malse deel is, het midden, ook bekend als de tournedos, en de punt, ook bekend als de filet mignon. De punt wordt meestal tot ossenhaasstukjes verwerkt. De ossenhaas is net als de picanha een zelden gebruikte spier, en daardoor uiterst mals.